Vijf vragen aan … Stan Godrie
1. Wat betekent Wielervereniging Uden voor jou?
“Frank Groenendaal heeft me nu zo’n drie jaar geleden bij de vereniging gebracht. De club biedt me de ideale mogelijkheid om een mooi wegprogramma te rijden. Samen met een aantal andere renners, ook eenlingen bij hun club, maak ik tijdens het wegseizoen onderdeel uit van een combinatieploeg. In de zomer op de weg rijden is belangrijk voor me als voorbereiding op het veldrijden, zeker wat betreft het opbouwen van het duurvermogen. Maar ik heb ook ambities op de weg. En over de voorbije jaren ben ik zeker tevreden. Vorig jaar tweede op het NK bijvoorbeeld. Op de VAM-berg! Bovendien meerdere top 10-klasseringen in wedstrijden die tot de topcompetitie behoren.”
2. Het veldritseizoen is nu weer van start gegaan, met meteen al een mooie overwinning in het Duitse Bensheim. Top! Wat zijn je doelen dit seizoen?
“Een stap maken ten opzichte van vorig seizoen. In Wereldbekerwedstrijden reed ik vorig jaar vijf keer top 25. Dit seizoen wil ik meerdere keren top 20 rijden, waaronder ook een paar top 15- klasseringen. Op parkoersen die bochtig zijn en door modder en/of hoogteverschillen zwaar zijn, maak ik de beste kans. Dat soort omstandigheden liggen me in het algemeen het best. Ik denk dan
bijvoorbeeld aan Tabor.”
3. Over Tabor gesproken, met je derde plek op het WK veldrijden voor beloften in 2015 bewaar je aan die plaats goede herinneringen. Terugkijkend op al die jaren dat je in de top fietst, is het WK-brons dan het mooiste moment?
“Nee, dat is de dubbelslag Nederlands kampioen op de weg en in het veld bij de beloften. In 2011 was ik al kampioen op de weg bij de junioren, nu lukte me dat in 2015 ook bij de beloften en een half jaar eerder, in januari 2015, bovendien in het veld. Echt fantastisch. Ik heb in de jaren daarna niet de stap kunnen zetten naar de absolute wereldtop in het veld. Maar dat doet niets af aan het gevoel dat
ik tot nu toe bij mijn loopbaan heb. Ik ben met mijn wielerleven uitermate gelukkig. Mijn doel was en is ook altijd om op de eerste plaats plezier te beleven aan mijn sport. Komen uit die beleving prestaties als het winnen van een wedstrijd of een kampioenschapsmedaille voort, dan is dat heel mooi maar niet het doel op zich.”
4. Je bent nu dertig, op 9 januari dit jaar geworden, en dus al zo’n tien jaar op topniveau actief. Ben je ook al bezig met je maatschappelijke toekomst?
“Mijn gedachten laat ik daar zeker over gaan. De voorbije jaren heb ik naast het wielrennen in een fietsenzaak gewerkt. Veelal als monteur, maar onder meer ook in de verkoop. Kijk ik naar de toekomst dan hoop ik binnen de fietsenbranche te blijven, maar dan meer op het vlak van het verder ontwikkelen van fietsonderdelen. Met mijn ervaring als renner heb ik veel kennis en ervaring opgedaan. Ik denk dan ook in die gewenste richting mijn toekomst te kunnen bouwen.”
5. Welke tip wil je aan de jeugdrenners van Wielervereniging Uden geven?
“Daar hoef ik niet lang over na te denken. Die tip ligt op het vlak van waarover ik eerder al sprak: plezier moet voorop staan, en dan volgen wellicht de resultaten. Andersom werkt het sowieso niet, het behalen van successen mag nooit de drijfveer zijn. Kort gezegd: heb plezier in wat je doet op de fiets. Voor de een is dat enkel veldrijden, voor de ander bovenal het rijden op de weg. Ik zelf ben graag heel breed bezig. Veld, weg, mountainbiken, en nu ook gravelbiken. Ja, ik heb er tot op de dag van vandaag echt lol in. Met veel plezier en vertrouwen ben ik dan ook aan het nieuwe veldritseizoen begonnen.”
Eerdere vijf vragen